|
'De Gouden Helm' is één van de 22
boeiende verhalen uit het prachtig geillustreerde boek 'Een spannende
speurtocht tussen Maas en Peel'.
Piet van Nunen schreef het verhalenboek
voor leerlingen van basisscholen. |
|
De
Romeinen waren al enkele honderden jaren in ons land. De mensen waren er
aan gewend geraakt dat hun troepen van de ene naar de andere legerplaats
marcheerden. Het Romeinse leger hield alles goed onder controle. Langs de grenzen van hun grote
rijk en langs de grote grensrivieren waren posten die door soldaten
bewaakt werden.
Er
waren goede wegen aangelegd van het zuiden naar het noorden en van het
oosten naar het westen. Hierdoor konden de Romeinse troepen zich heel snel
verplaatsen. Ook konden ze snel rivieren oversteken, want overal waar het
nodig was, waren bruggen gebouwd. Rondom die oversteekplaatsen kwamen
mensen te wonen en zo ontstonden steden, zoals Keulen, Nijmegen en
Maastricht, maar ook kleinere plaatsen, zoals Blerick en Cuijk.
Ten
oosten van de Peel liep een weg naar het noorden en er liep ook nog een kleinere weg dwars door het moerasgebied van oost naar
west.
Al
deze wegen waren veilig omdat ze steeds bewaakt werden door Romeinse
soldaten.
Er
waren mensen die voor de Romeinen gingen werken, of soldaat werden in het
Romeinse leger. Soms was dat veiliger dan blijven wonen op je eigen kleine
boerderijtje. ‘s Nachts kon je overvallen worden door rovers of wilde
dieren.
|
|
|
|
|
|
Toen
gebeurde er in het jaar 320 na Chr. iets heel vreemds. In de Peel vlak bij
het dorp Helenaveen verdronk een Romeinse centurio. Een centurio wil
zeggen dat hij het commando had over honderd soldaten. Wij zouden hem nu
een officier of honderdman noemen. Deze centurio moet een hele bijzondere
honderdman zijn geweest. Hij droeg een ijzeren helm, met daar over heen
een vergulde zilveren helm.
Wat
we niet weten is wat deze officier in de Peel te zoeken had en waar hij
naar toe wilde. Kwam hij van Rome, omdat hij 39 munten bij zich had die
het jaar daarvoor in Rome waren geslagen? Maar waarom nam hij dan niet de
veilige weg langs de Maas?
|
|
|
|
|
|
Het
enige wat we zeker weten is, dat hij in het moeras van de Peel verdronken
is en dat hij op dat moment een glanzend vergulde zilveren helm droeg.
Verder werden vlak bij de helm gevonden: een paar belletjes van een
paardentoom, stukjes leer van schoenen, een gesp van een mantel en een
beurs met 39 gouden munten. Bovendien lagen er veel stenen op deze plek
Op
de rand van zijn glanzende helm stond het woord
“STABLESIA VI”. Dat wil zeggen dat hij officier was bij het
zesde ruitercorps dat toen in het legerkamp in Nijmegen lag.
Maar
hoe kwam hij nou toch in de Peel terecht?
Waarom
werd hij niet beter door zijn eigen mensen beschermd of door soldaten die
de weg moesten bewaken? Werd hij door plaatselijke stammen overvallen en
het moeras ingedreven? Waarom werd zijn vergulde zilveren helm niet
gestolen?
Waarom werd alleen de honderdman teruggevonden?
Eigenlijk
hadden archeologen deze vondst verder moeten onderzoeken. Door meer
opgravingen te laten plaatsvinden in Helenaveen, zouden we zeker veel meer
te weten zijn gekomen over deze geheimzinnige Romein.
|
|
|
|
|
|
Sommige
onderzoekers zeggen dat de “Gouden Helm” ook wel een offer kan zijn
geweest voor de “moerasgoden”.
Gebbel
Smolenaars, de man die op 17 juni 1910 de helm bij toeval uit het veen te
voorschijn haalde, was geen archeoloog maar een turfgraver.
Ongeveer
op de plaats waar de Romeinse officier verdronk, is in 1999 langs de weg
van Helenaveen naar Liessel een klein grafmonumentje opgericht ter
nagedachtenis aan de gebeurtenis uit het jaar 320.
De prachtige vergulde zilveren helm is nu als een van de grote
Nederlandse pronkstukken te bewonderen in het Museum van
Oudheden in Leiden.
|
|