Lou de Palingboer

 
   
 

Lou de Palingboer

Lou de Palingboer. Ooit God in America

Lou de Palingboer was de bijnaam voor Lauwrens  Voorthuyzen, die zich in 1938 in Muiden vestigde als palingkoopman. Hij werd in Amsterdam bekend vanwege zijn sektarische activiteiten. Afkomstig uit christelijk gereformeerde kringen, werd hij aanhanger van de Pinksterbeweging en vormde daarin al vrij snel een aparte groep. In 1950 stichtte hij de zelfstandige “Lou-groep”. Hij beweerde het wederopgestane lichaam van Christus en God te zijn. Hijzelf was de onsterfelijke God. 

Zijn metgezellin Mientje Wiertz heeft jarenlang met Lou samengeleefd in de hiërarchische structuur van de sekte. Mientje was de algemene moeder en behoorde tot zijn 7 favoriete vrouwen (engelen). Mientje stond als aartsengel Cherubijn of Serafijn op de hoogste trede van het laddertje van Lou. 

   
   

Als je “in Lou” was, werd je nooit meer ziek. Je mocht geen TV kijken en geen radio beluisteren. 

Lange tijd ging het goed met de Lou groep en op het hoogtepunt (eind 50-er jaren) had de sekte zo’n 3000 leden. Rond 1960 doen zich echter de wildste verhalen de ronde over Lou en zijn engelen. Hij duikt ergens onder.

Hij laat pas weer van zich horen als een van zijn aartsengelen voor de sekte in 1965 een oud arbeiderswoninkje koopt aan de Veenweg in America. Het huis wordt gekocht van Mevrouw Elbers.  

Dit huis werd het centrum van de Lou sekte. Hier werd het periodiek “Lou” samengesteld en werden folders en pamfletten gedrukt. Hierin werd de leer van Lou verkondigd. Dagelijks vertrokken van hier uit enkele personenbusjes met sekteleden om de leer te gaan verkondigen in de grote steden rondom in Zuid Nederland en ook in Duitsland. De sekteleden hadden verschillende nationaliteiten.

‘s Zomers vertrok men naar het zonnige Spanje.

   
   

In America keek men aanvankelijk vreemd op van de nieuwe, wat excentrieke bewoners. De vrouw des huizes werd meerdere malen in dorp gesignaleerd met een dure bontjas aan en een glanzende Mercedes. God himself met een aantal engelen in het dorp was op zich al iets vreemds. De sekteleden meden contacten met de bewoners. In de buurt werd bij de boeren melk en eieren gekocht. Kolen werden gekocht bij de plaatselijke boerenbond. Ze stonden daar bekend als “Janssen”. Bij navraag naar de naam van de koper werd iets onverstaanbaars gemompeld.

Dit alles bracht de geruchtenstroom in America aardig op gang. Niemand wist precies wat er zich afspeelde in dat kleine huisje aan de Veenweg. Het werd bovendien ook nog bewaakt door enkele grommende honden.

Een journalist probeerde eens een gesprek aan te knopen, maar dit lukte niet: er waren al teveel slechte en onjuiste dingen over hen geschreven en verteld.

Last hadden de mensen niet van de Lou – groep. Na verloop van tijd raakte men er aan gewend.

   
   

Na enkele jaren verhuisde Lou naar het Belgische Agimont, waar hij in 1968 op 70 -jarige leeftijd overleed t.g.v. een ernstige longontsteking. Vlak voor zijn dood had hij zijn volgelingen echter nog verteld dat hij in 1972 zou verrijzen. Van een rouwstemming was dan ook geen sprake. Hij werd begraven in Namen. De verrijzenis vond echter niet plaats.

In 1978 verklaart Mientje niet meer te geloven in de wederopstanding. Volgens haar was dat te wijten aan het feit dat zijn geest teveel geleden had toen er verdeeldheid ontstond onder zijn aanhangers. 

Nog niet zolang geleden heeft Toneelgroep “de Toetssteen” nog een toneelstuk over Lou de Palingboer opgevoerd. We hebben contact met de schrijver van het stuk voor meer informatie.

   
   

Enkele anekdotes:

  • Op de vraag of hij water in wijn kon veranderen, antwoordde Lou “ Ik ga zo pissen”.
     

  • Omdat ze geen TV mochten kijken gingen sommige volgelingen wel eens in het dorp kijken naar een bokswedstrijd van Mohammed Ali of een goede voetbalwedstrijd.

  • De plaatselijke melkboer hield nog lange tijd een draagbare TV verborgen op zolder voor een van de mannen. Toen de man vertrok uit America, kwam hij de TV wel ophalen.

De Werkgroep Oud – America is geďnteresseerd in alle documentatie over Lou de Palingboer. Momenteel is er niet veel meer dan enkele krantenknipsels en verhalen van mensen, die er wel eens kwamen.   

Hay Mulders Januari 2000