Meterik

 
   
 

Als gevolg van de vervening van de Peel en de ontginning van woeste gronden vestigden zich mensen in tot dan toe bijna onbewoonde gebieden. 

Eind negentiende eeuw ontstonden in de Horster Peel de nieuwe dorpen America en  Griendtsveen. De  afstand tot de kerk van Horst was wel erg ver. Er werd een kerk, pastorie, school en zusterskloostertje  gebouwd, gevolgd door een of meer winkels en horecazaken.

Meterik met Schadijk, Melderslo en Hegelsom kennen al sinds de prehistorie bewoning. Mede als gevolg van toename van de welvaart waren gemeente en bewoners begin twintigste eeuw in staat in deze gehuchten een kerk en school te stichten. De inwoners van deze kerkdorpen ontwikkelden een gevoel van eigenheid waardoor ze zich konden onderscheiden van de omringende dorpen. Het sterkst komen deze kenmerken tot uiting bij de viering van carnaval.

   
    Meterik en Schadijk waren van oudsher bekend als gehuchten waar rijke boeren woonden. Meterik was dan ook het eerste gehucht dat ging streven naar zelfstandigheid, zeer tegen de zin van de Horster pastoor-deken en de plaatselijke middenstand die profiteerde van de Meterikse bevolking door het winkelen na afloop van het kerkbezoek.
   
   

Meterik was het enige Horster gehucht met een eigen, oude lagere school.  In 1896 werd in Meterik een boerenbond opgericht, de eerste in de gemeente Horst en wijde omgeving. De oprichters vonden ook dat er een eigen kerk moest komen, omdat de afstand tot het centrum van de gemeente, Horst, wel erg groot was. De bisschop en de deken waren tegen een zelfstandige parochie in Meterik, wie moest dat allemaal bekostigen?

   
   

Voor dit soort problemen wisten de slimme Meterikse boeren snel de juiste oplossingen. Ze bouwden zelf een kerk. Voor het onderhoud van de kerk en een nog te benoemen pastoor bouwden ze een windmolen op een eigenhandig opgeworpen zandheuvel gelegen in het weidse Meterikse veld.  De opbrengsten van de molen zouden naar de kerk gaan, ondanks de broodnijd van de Horster molenaars. Drie jaar na de bouw van de kerk werd een rector benoemd, maar pas in 1918 een pastoor.

   
    Meterik bleef een welvarend dorp, trots op haar eigenheid. Het kent een rijk verenigingsleven.