Een rondje geschiedenis door de Peel

 
   
 

De beschrijving van de route begint in America, maar u kunt natuurlijk op elk willekeurig punt starten.

De fietsroute "Een rondje geschiedenis door de Peel" loopt door een uniek gebied. Zij gaat door het mooie dorp Griendtsveen en via een prachtig natuurgebied naar Helenaveen. 

   
   

In America gaat u over de spoorweg meteen rechts, richting Griendtsveen. Aan de overzijde van de spoorlijn ligt een klein spoorwegemplacement. Daar lag vroeger het station America.

Het dorp America heeft zijn naam waarschijnlijk te danken aan het feit dat rond 1870 in het veen goud te verdienen was. Men trok naar dat "Beloofde Land," het "Land met de onbegrensde mogelijkheden." Het dorpje dat ontstond kreeg de veelzeggende naam "America." 

Tussen Horst en Venlo ligt een ontginningsgebied met de naam "Californië" en tussen Horst en Tienray, waar in de twintiger jaren van de twintigste eeuw werd ontgonnen, staat een boerderij met de opvallende naam "El Dorado," het goudland.

De verklaring dat de naam gegeven zou zijn door Duitse imkers die hun bijen "am Erica" brachten is taalkundig niet juist omdat het Duitse woord Erica vrouwelijk is. Men zou dan moeten zeggen "An der Erica."

Klik hier voor 'De Geschiedenis van America'

   
    Enkele honderdenmeters verder ligt een grote waterplas die "De Put" wordt genoemd. Om het dijklichaam voor de spoorweg door de Peel te kunnen aanleggen was veel zand nodig. Hiervoor werd aan de Limburgse kant van de Peel "De Put" gegraven en aan de Brabantse kant (bij Zeilberg) de "Clarinet."

De aanleg van de spoorlijn door de Peel begon in 1856 en werd in 1857 voltooid. Zij vormde de verbinding tussen Zeeland, via Eindhoven en Helmond met Venlo. Van hieruit zorgde de Kölner-Minden Spoorweg voor de verbinding met het Ruhrgebied. 

Aan de spoorlijn door de Peel kwamen de haltes Deurne, Helenaveen (bij het latere Griendtsveen), America en Horst-Sevenum. Vanaf 1866 werd de lijn ook opengesteld voor personenvervoer. Vanaf 19 augustus 1940 werd de halte Helenaveen voor personenvervoer gesloten.

   
    Na ruim twee kilometer komt u aan de Midden-Peelweg. Bij het oversteken van deze weg moet u erg goed uitkijken. De Midden-Peelweg werd in de vijftiger jaren aangelegd om een snelle noord-zuid verbinding voor het leger te krijgen. De weg loopt langs het militaire vliegveld Volkel en tevens langs de toen nieuw aangelegde vliegbasis "De Peel."
   
    Na ongeveer 500 meter vindt u aan de rechterzijde van de weg een klein oorlogsmonument. Op 5 september 1944 werden op deze plaats Frits de Bruijn uit Asten en Mart van de Eijnde uit Deurne door Duitse militairen betrapt bij een poging om de spoorlijn onklaar te maken. Op de plaats waar nu het monument staat werden zij ter dood gebracht.

   
    600 Meter verder begint aan de linkerzijde van de weg het zogenaamde "Americaanse kanaal."

In 1885 werd het dorp Griendtsveen gesticht door Jozef van de Griendt, samen met zijn broer Eduard. Zij kochten hiervoor ruim 400 hectaren veengrond van de gemeente Horst. De gemeente stelde hierbij als voorwaarde dat er vanuit Griendtsveen een kanaal zou worden gegraven in de richting Horst. Dit kanaal moest zo lang worden als het perceel veengrond dat de gebroeders van de Griendt kochten.

   
    Rechts en links van de weg ziet u een gedeelte van de damwand die de lager gelegen gedeelten van de Peel afschermt. Het is een gedeelte van het "Anti Verdrogingproject Mariapeel."

Om het peelgebied zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat terug te brengen is besloten om de Peel weer nat te maken. Hiervoor is het gebied in zogenaamde compartimenten ingedeeld. 

Door om de lager gelegen delen een damwand aan te leggen wordt voorkomen dat de natuurlijke neerslag, in vorm van regen en sneeuw, uit het gebied wegvloeit. De grondwaterspiegel zal hierdoor langzaam gaan stijgen en de Peel zal zijn natuurlijke natheid weer terugkrijgen.

Onder gunstige omstandigheden zal het sphagnum (= veenmos) weer kunnen gaan groeien. Het project is een initiatief van het Waterschap Peel en Maasvallei in samenwerking met Staatsbosbeheer.

   
    U rijdt nu over de "weg van 12 miljoen." Op 3 augustus 1983 ontplofte in de berm van het Americaanse kanaal een landmijn. Dit was het begin van een grote zoekactie naar explosieven die twee jaar ging duren. Veel oorlogstuig, dat in de maanden september en oktober 1944 door terugtrekkende Duitse soldaten in het kanaal was gedumpt, werd geborgen. 

De weg langs het kanaal was door de werkzaamheden totaal vernield en moest opnieuw woorden aangelegd. Op 21 augustus 1989 opende de toenmalige minister Ruding de nieuwe weg die in totaal 12 miljoen had gekost.

   
    Na ruim twee kilometer staat op een tweesprong van wegen een gedenkkruis. Het is opgericht ter nagedachtenis aan de gedwongen evacuatie van Griendtsveen in september 1944.

 

De tekst op het kruis luidt: "Wij werden opgejaagd, verstrooid / en vonden een geschonden Griendtsveen weer / voor barbarij en slavernij / voor oorlogsramp en nood / en voor een onvoorzienen dood / bewaar ons Heer." Mei 1945. J. K. (Jac Keijsers, de schrijver van de tekst, was in 1945 onderwijzer in Griendtsveen).

Het hele dorp Griendtsveen moest op 24 september 1944 op last van de Duitsers worden ontruimd. Griendtsveen werd frontgebied tussen de Engelse bevrijders aan de Brabantse kant en Duitse troepen die zich in het drassige peelgebied ingroeven. De bewoners trokken naar Helenaveen, naar Kronenberg en America. 

Na bijna twee maanden werden de meesten van hen in Horst bevrijd. Toen ze terugkeerden naar Griendtsveen vonden ze een verwoest dorp terug. De grote fabriekscomplexen die de welvaart van het dorp uitmaakten, hadden zoveel schade opgelopen dat herstel onmogelijk bleek. De voornaamste economische basis van Griendtsveen was verdwenen.

   
    Het Americaanse kanaal is op deze plaats afgedamd. Achter de dam gaat het verder als "Griendtsveens kanaal." Tegenover het herdenkingskruis ziet u weer een gedeelte van de damwand.

U neemt hier de weg rechts. Via de Lavendellaan komt u langs een langgerekt huizenblok dat in Griendtsveen de naam "In de Paardestal" heeft gekregen.
Deze zogenaamde paardenstal werd in 1893 gebouwd door architect Louis Kooken uit Eindhoven. Hij was de architect die een groot gedeelte van Griendtsveen tekende in opdracht van de Maatschappij Griendtsveen.

"In de Paardestal" werd oorspronkelijk gebouwd als een blok van 10 woonhuizen. In Griendtsveen werden zij "De nieuwe kazerne" genoemd. In de mobilisatietijd (1939 - 1940) huisden er soldaten van de 3e Regiment Infanterie.

Na de renovatie in de tachtiger jaren kreeg het complex de naam "In de Paardestal."

   
    Iets verder ziet u aan de rechterkant een groot gebouw dat dienst deed als schaftlokaal en logement.

Louis Kooken bouwde ook dit gebouw in dezelfde typische stijl die men in heel Griendtsveen terugvindt. Het gebouw deed dienst als schaftlokaal voor de mensen die in de veenderij en in de turfstrooiselfabriek werkten. Ook konden zij er tegen een kleine vergoeding overnachten.

   
    Aan de overzijde van de weg staat de Bondszaal.
Deze Bondszaal werd in 1895, ook door Louis Kooken, gebouwd als ontspanningslokaal voor de bevolking van Griendtsveen. Nu is het een verenigingslokaal, waar ook de handboogschutterij van Griendtsveen haar onderkomen heeft.
   
    U komt nu bij een pleintje met rechts en links twee typisch Griendtsveense huizen. Het rechtse huis was de bakkerij van Griendtsveen en in het linkse was de slagerij gevestigd. Beide huizen zijn ontwerpen van Louis Kooken.

Op het pleintje staat een oude dorpspomp en een origineel Griendtsveense straatlantaarn.

Al in 1900, toen in de Lichtstad Eindhoven nog elke avond de lantaarnopsteker zijn ronde maakte om de gasverlichting aan te steken, draaide men in Griendtsveen eenvoudig de schakelaar om en was het hele plein bij de bakker en de slager vol licht. De stroom werd geleverd door de turfstrooiselfabriek van de Maatschappij Griendtsveen.

   
    Rechtdoor hebt u het zicht op de villa "Sphagnum," ofwel de "Grote Villa." Deze Villa "Sphagnum" werd in 1899 gebouwd door architect H. van Groenendaal uit Nunhem als woonhuis voor de familie van de Griendt. In 1910 volgde een verbouwing door Louis Kooken.

Griendtsveen werd gesticht door de gebroeders Jozef en Eduard van de Griendt. Zij waren zonen van Jan van de Griendt, die in 1853 het dorp Helenaveen stichtte en begon met de vervening van het peelgebied. 

Na zijn dood volgde zijn zoon Jozef hem op. Die kon zich echter niet verenigen met het beleid van de Maatschappij Helenaveen. In 1885 stapte hij op als directeur, kocht ruim 400 hectaren veengrond van de Gemeente Horst en stichtte, samen met zijn jongere broer Eduard een nieuwe veenkolonie, die in 1900 in het Horster kadaster werd aangeduid als "Griendtsveen."

   
    U neemt nu de weg naar rechts. Aan de linkerzijde van deze weg komt u langs enkele "Apostelwoningen."

Het nieuwe Griendtsveen werd door de gebroeders van de Griendt, samen met de architect Louis Kooken, voor een gedeelte "op de tekentafel" ontworpen. De kern werd de villa "Sphagnum." Vóór de villa, netjes op maat gerangschikt, werden twaalf dezelfde huizen gebouwd voor het hogere personeel. Afwisselend stond er steeds een huis met een wolfseind en een met een zadeldak. Het eerste huis links van het pleintje brandde op het einde van de oorlog af. In Griendtsveen werd toen verteld: "Judas is afgebrand!" Op de plaats van deze woning zijn na de oorlog twee huizen gebouwd.

Op het pleintje aan de Lavendellaan kwam een bakkerij en een slagerij. De (economische) kern van het dorp met de kerk, de school, de kruidenier, het café, het postkantoor, het zogenaamde Liefdesgesticht van de Zusters Franciscanessen en de Marechausseekazerne ligt ongeveer één kilometer verder aan de Helenavaart.

   
    Even verder gat u over een ophaalbrug. Het eerste huis aan de linkerkant was het kantoor van de Maatschappij Griendtsveen. Op de bocht van de weg kunt u rechts nog een klein gedeelte zien van de vroegere turfstrooiselfabriek.

Nu is er "bed & breakfast de Turffabriek" gevestigd.

In 1893 ging de Maatschappij Griendtsveen een fusie aan met The Midland trust Ltd. In Engeland. Hieruit ontstond "The Griendtsveen Moss Litter Company Limited" met het hoofdkantoor in Londen. Het kapitaal was voor 60% in Engelse en voor 40% in Nederlandse handen. Met dit kapitaal werd de grote turfstrooiselfabriek in Griendtsveen gebouwd. 

Achter deze fabriek ontstond later nog de brikettenfabriek, waar los gegraven turf tot blokken of briketten werd geperst. In 1879 werd in Bremen een machine uitgevonden om van bonkveen en grauwveen (het bovenste tamelijk losse veen) turfstrooisel te maken. Bonkveen is de bovenste laag veen die tot dan toe onbruikbaar was. Het werd weggegraven en na het steken van de bruikbare turf weer teruggestort in de put. Vermengd met de eronder liggende zandgrond vormde het een redelijk vruchtbare laag. Grauwveen is de eerste, nog tamelijk losse laag veen, onder het bonkveen.

Turfstrooisel kan veel vocht opnemen. Het werd gebruikt als strooisel in paardenstallen van het leger en de stallen van de paarden die in de grote steden de trams trokken. Toen Griendtsveen van 24 september tot 22 november 1944 frontgebied was, werd de turfstrooiselfabriek van de maatschappij Griendtsveen door artilleriebeschietingen onherstelbaar verwoest.

   
    Net voorbij de bocht in de Deurneseweg staat aan de linkerkant het oudste huis van Griendtsveen. Het werd in 1866 of 1867 gebouwd. Het volgende huis was het zogenaamde "Paarden- wisselstation." Het vervoer van het veen naar de fabriek gebeurde meestal per smalspoor. De treintjes werden aanvankelijk door paarden getrokken. 

In het paarden-wisselstation konden de dieren die hun dienst erop hadden zitten weer op rust komen.

   
    Waar de Deurneseweg naar rechts draait staan enkele peelattributen als monument opgesteld.

Op een stukje smalspoor staat een kipkarretje en een lorrie. Hiermee werd het veen uit de veenderij naar de fabriek getransporteerd. Ook staat er een turfpers. Met deze pers werden 25 turven tot een pak bij elkaar geperst. Een ijzerdraad hield het geheel bij elkaar. Op deze manier was het gemakkelijker om turf aan particulieren te verkopen.

   
    Even verder stond aan de rechterkant van de weg de "Halte Helenaveen" (Station Griendtsveen). De Halte Helenaveen was in de gloriejaren van de turfproductie een van de drukste stations van Nederland op het gebied van goederenvervoer. In 1881 werd er 352 ton vrachtgoed vanuit de Halte Helenaveen vervoerd. In 1902 was dit opgelopen tot 126.981 ton!

"Wanneer men bedenkt dat turf betrekkelijk licht van gewicht is, moeten er heel wat goederentreinen te H. vertrokken zijn," schrijft de directrice van de Stichting Nederlands Spoorweg Museum in Utrecht.

Turfstrooisel heeft een soortelijk gewicht van 150 - 200 kg/m3. 126.981 ton turfstrooisel betekent dat er ongeveer 750.000 m3 grauwveen afgegraven moet zijn. Bij een treinsamenstelling van 40 wagons à 20 ton zouden dit ongeveer 200 treinladingen zijn geweest. In het hoogseizoen moet er dan elke dag een volle trein vanaf de Halte Helenaveen vertrokken zijn! Het turfstrooisel dat per schip werd vervoerd is hierbij nog niet meegeteld.

   
    Na enkele honderden meters neemt u de weg die een scherpe bocht naar links maakt.

U staat nu op het punt waar de Helenavaart (aan uw linkerkant) eindigt en het Kanaal van Deurne (recht voor u) begint.

In 1860 zag de Gemeente Deurne met lede ogen dat de vervening door Jan van de Griendt een groot succes was geworden. De Raad van Deurne besloot hierop zelf te gaan vervenen. Om hun turf en turfstrooisel gemakkelijk te kunnen vervoeren vroegen zij toestemming om gebruik te mogen maken van de Helenavaart. Jan van de Griendt zag echter dat zijn monopoliepositie in het veengebied hierdoor sterk zou worden aangetast. En weigerde ondanks alle verlokkelijke aanbiedingen die gedaan werden. Er zat voor de Gemeente Deurne niets anders op dan zelf een kanaal te gaan graven. In 1863 vroegen zij een concessie aan. Het duurde tot 1869 voor de toestemming werd gegeven.

Om het kanaal te laten aansluiten op de Noordervaart moest Deurne 7 hectaren grond kopen van de gemeente Meijel. Jan van de Griendt wist de verkoop nog enkele jaren tegen te houden. Uiteindelijk verkocht Meijel toch, maar de prijs was wel gestegen van ƒ1500,- naar ƒ15.000,-!

Het Kanaal van Deurne en de Helenavaart monden op nog geen honderd meter van elkaar uit in de Noordervaart.
Bij de brug eindigt de Provincie Limburg en begint de provincie Noord-Brabant. Over de brug lag links de turfstrooiselfabriek van de Gemeente Deurne, het (G)emeentelijk (V)een (B)edrijf, opgericht in 1895. 

Op het einde van de oorlog was de heer W. Kortooms, de vader van de bekende schrijver Toon Kortooms directeur van het G.V.B. Het bedrijf had een eigen schip van 183 ton, terwijl er ook geregeld zes turfaken en een motorboot in de vaart waren. Bij de fabriek was een volledig spoorwegemplacement voor goederenvervoer. Bij de beschietingen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd ook deze fabriek zwaar beschadigd. De productie van turfstrooisel liep na de oorlog zo ver terug dat wederopbouw niet meer reëel zou zijn geweest.

Rechts over de spoorlijn staat nog een kazemat. Deze kleine bunkers werden in 1939 gebouwd als onderdeel van de "Peel-Raam Stelling," een verdedigingslinie die liep van Helenaveen tot aan het riviertje de Raam, dat bij Grave in de Maas uitmondt. De Peelkanalen vormden het eerste stuk van de linie. Tussen de Peelkanalen en de Raam werd het defensiekanaal aangelegd. De hele linie werd verdedigt met kazematten. Op dit punt begint, aansluitend aan het Kanaal van Deurne, het Defensiekanaal.

   
    U blijft op Limburgs gebied (scherp linksaf) en rijdt langs de Helenavaart tot de brug tegenover de kerk. Deze steekt u over.

Links van u ligt herberg "De Morgenstond." Daarnaast staat het huis dat in 1891 werd gebouwd als winkel. In hetzelfde gebouw werd ook school gedaan. 's Zondagsmorgens deed de pastoor er de mis en na de middag hield de dominee er zijn dienst. 

Achter de Morgenstond staat nog steeds het kleine gebouw waar de Handboogschutterij in het begin haar onderkomen had.

   
    Onze route gaat meteen over de brug rechtsaf over de Barbarastraat. (zandweg) De heilige Barbara is de patrones van de mijnwerkers en ook van turfgravers. Wonderlijk genoeg is zij ook de schutspatrones van de artilleristen.

Het tweede huis aan de linkerkant van de weg is het voormalige postkantoor van Griendtsveen. Het werd in 1899 door Louis Kooken ontworpen.

In 1885 begonnen de gebroeders van de Griendt met de vervening van de zogenaamde "Griendtsveense driehoek"en al op 1 juli van hetzelfde jaar startte de turfstrooiselfabriek aan de Helenavaart met de productie. Deze eerste fabriek was het grote, witte gebouw naast het postkantoor.

   
    U vervolgt uw weg en hebt even later een goed zicht op de achterzijde van de villa Sphagnum. In 1899 kwamen de gebroeders Jozef en Eduard van de Griendt met hun familie in Griendtsveen wonen op villa Sphagnum. Het huis was ontworpen door architect H. van Groenendaal.

In 1917 stierf Jozef van de Griendt. Zijn broer Eduard bleef op de villa wonen en stierf daar in 1935. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Jan. Deze stierf in 1967 en werd opgevolgd door de zogenaamde "Jonge Jan."

Door in de Tweede Wereldoorlog geleden schade was de Maatschappij Griendtsveen voor zulke grote investeringen komen te staan dat zij noodgedwongen stukje bij beetje haar geliefde Griendtsveen moest verkopen aan de Gemeente Horst. In 1975 nam "Jonge Jan" afscheid van het dorp waarvan zijn grootvader een van de medestichters was geweest.
   
    Bij de eerste haakse bocht naar links staat u bij de monding van het Griendtsveense kanaal. Op dit punt mondt het Griendtsveense kanaal uit in de Helenavaart.

U blijft uw weg vervolgen. Hierbij blijft u steeds het zicht houden op de villa. Bij de brug blijft u rechtdoor lopen.

Aan de overzijde van het kanaal hebt u nog eens mooi zicht op de Apostelwoningen.

   
    Na de laatste haakse bocht komt u voorbij de zogenaamde "Kleine Villa" of "Villa Erica" en een oude dorpspomp. Deze kleine villa werd ontworpen als woonhuis voor de boekhouder van de Maatschappij Griendtsveen.

Het water uit de kanalen in Griendtsveen was niet geschikt als drinkwater. Daarom werden op meerdere plaatsen in het dorp openbare pompen geplaatst. Enkele zijn nog behouden.
   
    U gaat nu rechtsaf langs de dorpspomp tot de eerste weg links, de Meester ter Voertstraat. Door een nieuwbouwwijk komt u op het Hoefnagelplein. Dan gaat u linksaf de Pastoor Hendriksstraat in. Meester Ter voert was een bekend hoofd der School in Griendtsveen. Meester Hoefnagels was de eerste onderwijzer in Griendtsveen. Hij gaf les in het gebouw naast de Morgenstond. Zijn vrouw deed de winkel in hetzelfde pand. Pastoor Hendriks was de eerste pastoor van Griendtsveen van 1896 tot 1901
   
    Voor de brug ziet u aan de rechterkant het beeld "Groeikracht," dat in 1994 door de kunstenaar Wim Rijvers werd gemaakt.

Over de brug staat de St. Barbarakerk.
Al in 1893 had architect Groenendael een plan met begroting gemaakt voor het bouwen van een katholieke kerk in Griendtsveen. De kosten bedroegen ƒ 11.000,- De Maatschappij Griendtsveen verkocht 1 hectare afgegraven veengrond voor ƒ 100,- Op 6 mei 1895 werd de eerste steen gelegd. In 1901 schonk de familie van de Griendt een torenuurwerk met slagwerk.

   
    Over de brug gaat u nu linksaf, richting Helenaveen. Het eerste huis naast de kerk is de vroegere pastorie. Daarnaast staat de school van Griendtsveen en het volgende gebouw is het voormalige zusterklooster. In 1894 liet de Maatschappij Griendtsveen een ziekenbarak bouwen voor de eerste hulp bij kleinere ongelukken in het bedrijf. Later werd de verzorging van gewonden en zieken overgedragen aan de Zusters Franciscanessen uit Veghel. Zij verzorgden ook jarenlang het onderwijs voor de meisjes van Griendtsveen.
   
    Daarna passeert u de vroegere Marechausseekazerne. In het begin van de ontginning van Griendtsveen kwamen nog al eens relletjes voor. Hulp van politie uit de regio was wel mogelijk, maar het duurde lang voordat zij ter plaatse kon zijn. Daarom liet de Maatschappij een kleine kazerne bouwen waarin permanent enkele marechaussees aanwezig waren.
   
    Na het laatste huis staat rechts een bord met opschrift: "Deurnese Peel."
Over de Helenavaart hebt u nog een keer een prachtig uitzicht op de Grote Villa

Waar de weg een haakse bocht naar rechts maakt kunt u via een brug over de Helenavaart een wandeling in de Peel maken.

De vreemde haakse bocht in de weg en ook in de Helenavaart ontstond in 1880. Jan van de Griendt, de stichter van Helenaveen, had al in 1855 300 hectaren (de zogenaamde 300 Bunder) gekocht van de gemeente Horst.

 Tevens had hij een verzoek ingediend voor de aanleg van de verlengde Helenavaart tot aan de spoorlijn, die door de Peel zou worden aangelegd. 

Op 31 juli 1879 sloot de Maatschappij Helenaveen een contract met de gemeente Horst, waarbij de maatschappij de gronden, die nodig waren om het kanaal te kunnen graven, gratis in bezit kreeg.

Na 1880 werd de Helenavaart verlengd. Omdat het nieuwe kanaal op Horster gebied kwam te liggen vertoont de Helenavaart op dit punt nog steeds twee vreemde, haakse bochten.

   
    Als u de twee haakse bochten voorbij bent kunt u (met wat moeite) na enkele honderden meters zien hoe een van de afgedamde wijken (wieken in het dialect) in de Helenavaart uitmondt. Over het kanaal liggen de zogenaamde 300 Bunder.
Om te vervenen begon men met het graven van een kanaal. Hierdoor werd het gebied al enigszins ontwaterd. Tevens kon men via het kanaal de afgegraven turf afvoeren. 

Haaks op dit kanaal werd dan om de 600 meter een dwarskanaal (een wijk, of zoals het plaatselijk dialect zegt: een wiek) gegraven, dat zich na 200 meter vertakte in 3 smallere kanalen (wijken) die ieder weer 200 meter uit elkaar kwamen liggen. De verste afstand van een wijk tot de plaats waar gewerkt werd was op die manier nooit meer dan 100 meter.

   
    Even verder ziet u over het kanaal de nieuw opgebouwde hoeve "Hendrik" liggen. Na 1900 begon de Maatschappij Helenaveen stukken afgegraven veengrond aan te bieden om er grote boerderijen op te bouwen. Deze hoeven kregen namen die iets met het Oranjehuis te maken hadden, waarschijnlijk omdat koning Willem IIII grote belangstelling had voor de initiatieven die Jan van de Griendt ontplooide. Zo werd de koning in 1889 zelfs beschermheer van de Maatschappij en schonk hij een bedrag van ƒ 31000,- Hiervan werden renteloze voorschotten verstrekt aan tuinders, cursussen georganiseerd en Franse fokvarkens gekocht.

Achtereenvolgens passeert u de hoeve "Willem III," links over het kanaal de hoeven "Emma," rechts de hoeve "Juliana," de hoeve "Wilhelmina" en de "Oranje" hoeve.
   
    U komt nu bij een brug over de Helenavaart. Op de brug is een bord aangebracht met de naam "Beheerscentrum Mariapeel" 

Rechts van de brug, over het kanaal, staan de zogenaamde "koningshuizen."

Deze "Koningshuizen" zijn gebouwd met geld uit de schenking die koning Willem III in 1889 deed. 

Het toen opgerichte "Koning Willem III fonds" bestaat nog steeds. 

De koningshuizen werden verhuurd aan werknemers van de Maatschappij.

   
    U blijft de Helenavaart volgen. Na de bocht ziet u aan de rechterkant de mooie protestantse kerk met daarnaast het huis van de dominee. Al in 1868, 15 jaar na het begin van de vervening, werd in Helenaveen de protestantse kerk gebouwd, in de voor die tijd typische Waterstaat stijl. Voor de woning van de dominee staat nog steeds een kazemat, een monument uit de Peel-Raam stelling.
   
    Na ongeveer 100 meter ziet u rechts de hoeve "Willem de Zwijger." De "Willem de Zwijger" is de laatste van de grote hoeven. Zij wordt nu gebruikt als recreatiehoeve, waar jeugdigen in de zomermaanden hun kampen houden.
   
    Even verder komt u op het kruispunt bij de kerk van Helenaveen. Tegenover het café staan twee kipkarretjes op een stuk smalspoor en een klein monument voor de 22 mensen uit Helenaveen die in de Tweede Wereldoorlog omkwamen. Helenaveen werd in 1853 gesticht door Jan van de Griendt, een koopman / industrieel uit 's Hertogenbosch. In 1853 kocht hij, samen met zijn broer Nicolaas, van de gemeente Deurne 600,35 hectare woeste veengrond in de Heijtraksche Peel, de uiterste zuid-oost hoek van de gemeente. 

Jan van de Griendt was een echte ondernemer. Hij was mede-oprichter van de Bossche Kamer van Koophandel. Hij was steenfabrikant en opzichter / aannemer bij de Provinciale Waterstaat. Hij had een koffiesiroopfabriek in 's Hertogenbosch , een ijzerdraadtrekkerij en een draadnagelfabriek. Een van zijn markante uitspraken was: "Nie kakelen zonders eijers te leggen!" 

Zijn eerste vrouw heette Sophia Vermeirsche. Zij stierf in 1841. In 1844 hertrouwde Jan met Maria Helena Panis. Naar haar werd Mariapeel genoemd, de Helenavaart en het dorp Helenaveen.

   
    Over de brug gaat u linksaf. U neemt dan de eerste weg weer links (Koolweg). U rijdt deze weg af tot u bij de brug komt met het bordje "Bezoekerscentrum Mariapeel." Wanneer u hier naar rechts gaat komt u bij het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer. Het loont de moeite om even te gaan kijken.

Na uw bezoek volgt u het pad dat tegenover het Bezoekerscentrum begint. U kunt dan kiezen voor het pad dat links de Peel in gaat, of voor het pad dat rechtsaf gaat.

Linksaf rijdt u door de zogenaamde 300 Bunder. Voor het einde van het pad passeert u enkele barakken. Zij zijn in de dertiger jaren gebouwd als onderkomen voor de mensen die in de "Werkverschaffing" te werk werden gesteld bij de ontginningen. Nu worden ze gebruikt als zomerkampen voor jeugdgroepen.

U passeert nu de dam tussen het Americaanse kanaal en het Griendtsveense kanaal en u staat weer bij het herdenkingskruis dat u bij het begin van de route hebt gezien.

   
    Als u het pad rechts hebt gekozen komt u door een erg mooi gedeelte van het bijna nog woeste Peelgebied. Het pad komt uit op de Zwarte Plakweg. Op de Zwarte Plakweg werden tijdens de Tweede Wereldoorlog, met gevaar voor het eigen leven van de familie Poels, veel geallieerde piloten in onderaardse schuilplaatsen voor de bezetter verborgen. 

Na de oorlog schreef Toon Kortooms een boek over de gebeurtenissen op de Zwarte Plak. De heer Piet van Melfoort schreef een toneelstuk over de Zwarte Plak dat door de "Vrije Spelers" van America met veel succes werd opgevoerd.

   
    De Zwarte Plakweg komt uit op de Midden-Peelweg. Hier gaat u linksaf tot op de kruising. Rechts kunt u dan naar America en links naar Griendtsveen. Op deze manier hebt u kennis kunnen maken met de geschiedenis van twee heel bijzondere dorpen, die beide hun ontstaan te danken hebben aan het feit dat de van de Griendts in 1853 begonnen met het ontginnen van "Het goud van de Peel."

Het goud is verdwenen. Wat overbleef is een uniek natuurgebied, dat mede door de inzet van stichting "Behoud de Peel" en Staatsbosbeheer onderhouden wordt.

Voor meer inlichtingen en brochures over de Peel en zijn geschiedenis kunt u terecht bij de Oudheidkamer Horst, Steenstraat 2, 5961 EV Horst (tel. 077 3986540).

De Oudheidkamer is geopend op dinsdag van 10 - 12 uur, op woensdag en donderdag van 14 - 16.30 uur en op zaterdag en zondag van 14 - 16.30 uur.
   
    Klik hier om de pagina te downloaden als een Word-document ...