Het Rijke Graf in Hegelsom |
|||||
'Het Rijke Graf in Hegelsom' is één van de 22 boeiende verhalen uit het prachtig geillustreerde boek 'Een spannende speurtocht tussen Maas en Peel'. Piet van Nunen schreef het verhalenboek voor leerlingen van basisscholen. |
Als
je het verhaal van Aldo al gelezen hebt, dan weet je dat zijn vader in de
stam nogal gewaardeerd werd, omdat hij heel goed kon pottenbakken. Wanneer
hij over de hei liep, dan keek hij steeds naar onder. Af en toe groef hij
een kuiltje in de grond en haalde er donkerbruine aarde uit. Die nam hij
dan mee naar zijn grote hut. |
||||
Stuur vervolgens uw naam en
adresgegevens naar post@hephorst.nl |
Dan
haalde de hoofdman de withete klonter uit het vuur, legde hem op een grote
steen en begon er met een andere steen op te slaan. Als de klonter was
afgekoeld, stopte hij hem opnieuw in het vuur en mocht zijn helpende hand
opnieuw blazen. Zo ging het soms wel tien of twintig keer achter elkaar. Al
doende had hij van de klonter vreemd materiaal een ijzeren staaf gemaakt,
die leek op een zwaard. Dit ijzeren zwaard kon hij net zo scherp maken als
een zwaard van brons. Een zwaard van ijzer was wel tien keer zo sterk en
bleef ook veel langer scherp. Er
was alle reden dat mensen, die deze reus kenden, tegen hem opkeken en hem
bewonderden om zijn vakmanschap. Hij kon op zijn manier ijzer maken en dat
ijzer kon hij weer omsmelten tot een zwaard. |
||||
Vreemde vraag Aldo kende de hoofdman goed en één keer had hij zelfs bij hem gegeten, nadat hij met zijn zoontje in het bos had gespeeld. De hoofdman vroeg onder het eten aan Aldo of zijn vader nog altijd zulke mooie potten bakte. Aldo kon deze vraag bevestigend beantwoorden, waarop de hoofdman zei: “Dan moet je tegen je vader zeggen dat hij voor mij eens een hele grote pot moet maken, waar mijn zwaard in past. Als ik dood ben en daarna verbrand, wil ik dat mijn zwaard ook in de urn wordt gelegd alvorens de urn te begraven”. Aldo maakte de opmerking dat die pot wel erg groot zou moeten worden en dat de oven dan wel eens te klein zou kunnen zijn. Hierop reageerde de hoofdman: “Dan moet jouw vader maar een nieuwe, grotere oven bouwen”. En hij keek er heel ernstig bij. Het was net alsof hij wist, dat hij die pot al heel gauw nodig zou hebben. Toen
Aldo het verhaal thuis vertelde, reageerde zijn vader met de woorden :
“Hij kon wel niet goed wijs zijn. Dat kan toch nooit. Hoe krijg ik
zo’n grote oven gebouwd? Nee, als hij er nog eens over begint, zeg hem
dan maar dat hij het beste nog heel lang kan blijven leven, tot er een
pottenbakker komt die wel zo’n pot voor hem kan maken.” Er
werd niet meer over de grote pot gesproken. Iedereen vond het verzoek van
de hoofdman toch wel een beetje onzin. |
|||||
Groot nieuws Op
een morgen was Aldo al vroeg opgestaan. Het was net of hij voelde dat er
iets bijzonders ging gebeuren. Toen hij naar buiten ging, zag hij zijn
vriendjes al van ver aankomen rennen. Ze riepen zo hard als ze konden:
“Er is iets verschrikkelijks gebeurd. Vannacht is onze hoofdman
gestorven.
Zo maar in één keer. Niemand weet waarom. Vanmorgen hebben ze hem
dood gevonden.” Even later werd hij toegesproken met: “ Zeg maar vast
tegen je vader dat hij moet proberen een zo groot mogelijke pot te maken.
Straks komt er wel iemand langs om de maat op te geven. En kijk maar eens
of jij je vader bij deze klus
zou kunnen helpen.” Ze gunden zich verder geen tijd om te overleggen, maar renden weer weg om het nieuws ook bij andere stammen te gaan vertellen. |
|||||
Aldo
was stomverbaasd. Hoe was het toch mogelijk? Hoe kon de hoofdman toch dood
zijn? Gisteren had hij hem nog gezien. Toen was hij nog springlevend en
hadden ze elkaar nog begroet! Aldo had moeite om het allemaal te verwerken
en liep langzaam terug naar huis. Zijn
vader liep toevallig buiten en zag zijn zoon enigszins overstuur aan komen
lopen. Vader zei: “Wat is er met jou aan de hand?
Ben jij je tong verloren?” Meteen vertelde Aldo het hele verhaal
dat hij gehoord had en wat de jongens hem hadden gezegd over de grote
pot, die zijn vader moest gaan maken. “Dan
moeten we eerst maar eens een hoop klei gaan halen en dat mengen met
zand,” zei Aldo’s vader.. Het
duurde niet lang of er kwamen een paar mannen
om met de vader van Aldo te spreken hoe de pot er uit moest zien en
hoe groot hij moest zijn. Zo groot als de hoofdman had gezegd, hoefde nou
ook weer niet. Toen ze alles besproken hadden, vertrokken de mannen weer.
Ze vroegen nog wel aan Aldo om eventjes te komen waarschuwen, wanneer de
pot klaar was. De pottenbakker deed zijn uiterste best om alles klaar te krijgen. Hij zou er ook nog een grote schaal bijmaken, die ondersteboven op de pot moest liggen zodat er geen zand in kon komen. |
|||||
Oplossing
urn De
medicijnman verscheen. Die liep ook enkele keren om de stapel heen en
sprenkelde water op het dode lichaam. Hij nam een toorts en stak het hout
op vier hoeken aan. Het duurde niet lang of de vlammen sloegen er
knetterend uit. Toen het hout bijna was opgebrand, zakte de vurige
stapel in elkaar. Overal vlogen vonken rond. De medicijnman wachtte even
tot de grootste hitte weg was en riep de acht dragers om de overgebleven
resten van de hoofdman uit het vuur te halen. Plots
kwam het knechtje van de hoofdman te voorschijn.. Hij groef een kuil in de
grond, stookte er vuur in dat hij van de brandstapel haalde en legde het
zwaard op het vuur. Hierna blies hij in het vuur tot het zwaard
witgloeiend was. Hij haalde het zwaard uit het vuur en drukte op de punt
tot het zwaard boog. Na een paar pogingen
was het zwaard zover opgerold dat het paste in de pot, die Aldo’s vader
daags tevoren bij de familie van de overledene had gebracht. Ook de schaal
was op tijd klaar gekomen. |
|||||
Intussen
verzamelde men de as van de verbrande hoofdman in de pot. Op de as kwam het opgerolde zwaard te liggen. Zoals afgesproken werd
de schaal omgekeerd boven op de grote pot gelegd. De mannen droegen in optocht de urn met schaal buiten het dorp naar een plaats, waar al meer potten begraven waren. In het midden werd een groter gat gegraven. Daarin werd de grote urn van de hoofdman gezet en ieder lid van de stam mocht er wat zand over heen strooien. Toen iedereen was geweest, was er een klein heuveltje ontstaan. |
|||||
Unieke
vondst Waarschijnlijk is deze urn ongeveer 700 v. Chr. begraven. Dat was in de IJzertijd. |
|||||
Ga
zelf eens kijken |